Ik ben zojuist verdronken

De bel gaat.

Als ik de hal inloop zie ik haar staan. Een lange, slanke vrouw met blond haar, roze lippenstift en een bril. Tijdens dat korte moment-van-de-eerste-indruk...

...heb ik nog de ijdele hoop dat een vrouw mij als moeder beter zal begrijpen dan een man… En dat dat helpt om de indicatie Wet langdurige zorg (Wlz) toegewezen te krijgen.

Ik loop voor haar uit, ons huis in. ‘Welkom’, zeg ik hartelijk. Ik sta naast haar in de woonkamer en zie hoe zij de ruimte in zich opneemt en beoordeelt: hier wonen beslist geen aso’s.

Het is gevaarlijk, als het er te goed uitziet. Want ik wil niet de indruk wekken dat we geen hulp nodig hebben. Maar er is ook nog zoiets als eigenwaarde. Dus ik ontvang haar niet in een bende. Dat is mijn eer te na.

Na de eerste beleefdheden en drinken inschenken (‘Wilt u koffie?’, ‘Mag het ook thee zijn?’), zitten we tegenover elkaar aan de grote tafel. Ze kijkt me aan, gaat iets achteruit zitten, slaat haar armen over elkaar, haalt adem en begint te praten.

Help, ik versta haar niet.

Mijn hele lichaam schiet in de stress en alle alarmbellen gaan af.

Ik ben mediator. Ik heb verstand van lichaamstaal en ik weet dat zij zojuist op slot gegaan is. En alles roept in mij: dit hele gesprek wordt niets. Waardoor mijn oren haar woorden wel horen, maar mijn hersenen de betekenis niet begrijpen.

‘Sorry,’ onderbreek ik haar. ‘Ik hoorde u even niet. Kunt u het alstublieft nog een keer zeggen?’

Oh shit, ik moet huilen.

Opeens ben ik zó kwaad! Dat ik in deze situatie zit. Dit gesprek moet voeren en op deze manier behandeld wordt. Ik heb niet gevraagd om een gehandicapt kind; maar ik heb het wel! En ik heb hulp nodig! Mijn kind heeft hulp nodig! Ons gezin heeft hulp nodig! We leven al jaren op het minimum van het minimum, omdat mijn man hartpatiënt is en ik bijna geen tijd heb om te werken. Omdat ik zo druk ben met mijn kind. We kunnen meer hulp met geen mogelijkheid zelf betalen.

Dus help!!!

Help, alsjeblieft!!!

En dan begint ze opnieuw. Ik spits mijn oren en zet alle zeilen bij om de inhoud van wat ze zegt te begrijpen.

Oke, vraag 1: ‘Hoeveel procent van de problemen komt door autisme en hoeveel procent van de problemen komt door uw zoons lage IQ’?

WTF, pie-ie-ie-ie-ie-ie-iepppppp

‘Hoe bedoelt u?’ stotter ik.

‘Hoeveel procent van de problemen komt door autisme en hoeveel procent van de problemen komt door uw zoons lage IQ? Herhaalt ze onverstoorbaar.

Ze vraagt het echt.

OMG, ik kan het gewoon niet geloven. Wat ís dit voor vraag?

‘Want’, gaat ze door, en steekt de let-op-vinger van haar rechterhand omhoog; ‘als de problemen door autisme komen, dan moet u niet bij ons zijn.’

Vervolgens gaat ze opnieuw achteruit zitten, slaat ze opnieuw haar armen over elkaar en kijkt me ijskoud aan.

Ik kan geen antwoord geven.
Ik ben onder water.
En kijk haar met glazige (lees: dode) ogen aan.
Ik ben zojuist verdronken.

Laat maar, dit heeft geen zin.

Maar dan voel ik plotseling de vuurbal in mijn buik groter worden. WTF; luisteren jij, kreng! schiet het door me heen. Ik krijg het warm, bal mijn vuisten, ga recht opzitten en steek van wal.

Wel een half uur lang gooi ik alles eruit. Ik praat en praat en praat. Geef haar bijna geen ruimte om te reageren. Want als ik dat maar eventjes wel doe, maakt zij direct van de gelegenheid gebruik om iets te zeggen wat mij ontmoedigd. Zoals: ‘Mmm, dit voorbeeld vind ik toch meer autisme,’ om er vervolgens heel afkeurend bij te kijken. Af en toe pakt ze demonstratief haar pen en schrijft wat op. Maar wel zo dat ik het niet kan lezen.

Nou lekker, denk ik; het eerste wat ze zei was, dat ik voor autisme niet bij haar moet zijn…

Ondertussen razen de gedachten door mijn hoofd. Waarom heb ik er niet op aangedrongen dat die vrouw van Stichting Mee bij dit gesprek aanwezig zou zijn? Zij heeft ons geholpen met het invullen van de Wlz aanvraag. Zij had ook kunnen helpen tijdens dit bijbehorende huisbezoek.

Ja, oké, dan hadden we deze afspraak moeten verzetten, omdat zij vandaag niet kan. Maar dat zou beter geweest zijn. Toch?

Of niet?

Maakt het überhaupt iets uit wat ik zeg? Vraag ik me af.

Ik denk het eerlijk gezegd niet.

Ik denk, dat deze vrouw van het CIZ, opdracht heeft om mijn zoon niet toe te laten tot de Wlz.
No matter what.

En dat het geen ene reet uitmaakt wat ik zeg.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.