De pijn van loslaten

Mijn moeder belt: ‘Tante Ans komt logeren’, zegt ze.
‘Wat leuk!’ reageer ik blij voor haar. Ze is gek op haar zus.

En hoe leuk is het als je op je tachtigste bij je zeventig jarige zus gaat logeren. Ik vind dat briljant.

‘Kom je ook even langs?’ vraagt mijn moeder. ‘Of moet je werken?’
‘Ja, ik moet werken, maar natuurlijk kom ik even langs. Lekker koffiedrinken met mijn mams en mijn tante.’

Als je ouder wordt,
en je opa en oma overlijden,
dan is het minder vanzelfsprekend dat je de rest van je familie nog ziet.
Tenminste, zo ging het bij mij.
Ik verhuisde naar de andere kant van het land,
en zag mijn neven en nichten niet meer op de verjaardag van opa,
of in de moestuin van oma. Ik zag mijn ooms en tantes plotseling alleen nog maar op de verjaardagen van mijn ouders…

Gelukkig vertellen mijn ouders mij altijd waar en wanneer ze hun broers en zussen gezien hebben en hoe het was. Zo krijg ik toch nog het één en ander mee.
Het gaat niet goed met tante Marie, Ome Kees is ziek, je nicht Marijke gaat scheiden. Of trouwen, of emigreren…
Op afstand volg ik alles.

En daar zit tante Ans op de bank bij mijn ouders in de woonkamer. Met koffie en een taartje uit de oven. Wat een feest.
Nou ja, feest…
‘Eet smakelijk, kind’, zegt tante Ans. Wat klinkt dat heerlijk. Ze zegt kind tegen me 😊

Ik, 53 jaar, zit op de stoel bij de vensterbank en prik in mijn taartje.
Ik kijk haar aan en glimlach. Het valt me op dat tante Ans er moe uitziet.
En dat flap ik er ook uit: ‘U ziet er een beetje moe uit’, zeg ik.
‘Een béétje???’ roept tante Ans. ‘Zeg maar gerust bekaf! Doodmoe, ben ik. Ik slaap wel honderd uur per week!’
‘Oh, jeetje’, reageer ik geschrokken. ‘Honderd uur? Dan bent u zeker bekaf!’
‘Ja, bij wijze van spreken natuurlijk he…’ mompelt tante Ans, met haar neus in haar theekopje.
‘Ja, natuurlijk!’ zeg ik lachend.

‘De huisdokter zegt dat dat héél logisch is’, vertelt tante Ans. ‘Ik moet het allemaal nog verwerken.’
‘Ja, dat is heel logisch’, knik ik rustig.

Met ‘het verwerken’ bedoelt tante Ans het overlijden van haar man, ome Karel. Hij heeft wel iets van tien jaar dementie gehad, geloof ik. En hij heeft ook een tijd in een verzorgingstehuis gewoond. Toen tante Ans eindelijk zover was dat ze toe kon geven dat het thuis niet meer lukte. Volgens mijn moeder heeft ze daar lang over gedaan.

Wat volgt is een prachtig gesprek tussen mij en mijn tante Ans. Over de pijn van loslaten. Toegeven dat het te zwaar is. Hulp vragen. En accepteren. Afscheid nemen. Alleen achterblijven. Andere mensen vertrouwen als ze zorgen voor je geliefde.

Tante Ans vertelt en vertelt. En ik volg haar. Ik volg haar compleet. Want de pijn die zij beschrijft, is ook mijn pijn.

Ik weet me ook vaak geen raad met mezelf, als het over het loslaten van mijn kind gaat. Mijn prachtige jongen die niet meer thuis woont. Omdat ook ik toe moest geven dat sommige dingen te zwaar zijn en dat het niet meer lukte thuis. Dat ik hulp moet accepteren en dat dat helemaal niet meevalt. Dat afscheid nemen terwijl je nog leeft, maar niet meer samen in één huis kunt wonen, zó onnoemelijk pijnlijk is en een groot gevoel van falen en geamputeerd zijn laat voelen.

Met tranen in onze ogen, kijken we elkaar aan. ‘We zitten in hetzelfde schuitje’, besluit tante Ans. En constateert erachteraan dat dat niet he-le-maal het geval is, omdat ik mijn zoon nog wel kan bezoeken, en zij ome Karel niet.

Pfff. ‘Ik heb nog geluk’, vat ik ons gesprek samen.
‘Ja,’ zegt tante Ans,
‘kind,
dat heb je zeker!’


Oehhhh, zooo spannend: de kaartjes voor mijn theater surprise show Zeikwijf gaan héél binnenkort in de voorverkoop. Zeikwijf heb ik speciaal gemaakt voor mantelzorgers, zorgverleners, friends (familie, vrienden, collega’s, buren van de mantelzorger) en iedereen die zichzelf vergeet.
Wil jij meer weten? Klik dan HIER en ik stuur je een mailtje zodra de voorverkoop start.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.