Loslaten is ook liefde

Van de week reed ik in de auto en zag twee kleine kinderen langs de kant van de weg staan. Het zag eruit alsof ze wilden oversteken, maar ik wist dat niet zeker.

Er was geen volwassene bij en ik vond ze nog best klein. Ik minderde iets vaart en bekeek het tafereel; klaar om te remmen.

Zit er achter mij een auto… bijna in mijn kofferbak… en in mijn achteruitkijkspiegel zie ik een jonge vent van een jaar of 35 (hahaha, als je zelf 53 bent, is 35 jong). Ik zie hem boos gebaren. En hij toetert twee keer driftig.

Dan zie ik hem naar links komen, klaar om mij in te halen. A, op een punt waarop dat helemaal niet kan -over vijftig meter is er een straat van rechts die ook nog voorrang heeft- en B, staan die twee kinderen langs de kant van de weg en ik weet niet wat ze gaan doen. Als ze oversteken en ik rem, en hij rijdt door, dan liggen ze onder zijn auto.

In een reflex trek ik mijn stuur naar links, waardoor ik mijn achterligger, terug achter me dwing. Hij is woedend en laat dat al toeterend en gebarend weten. Even later, op een ander punt, scheurt hij me voorbij.

Maar dat is nog niet alles.

Eerst snijdt hij me bijna af en vervolgens gaat hij, net voor mijn neus, vol op de rem. Daarna trapt hij het gas in, spuit vooruit en veroorzaakt honderd meter verder bijna een aanrijding, door een auto van rechts geen voorrang te geven.

Waarom vertel ik je dit, lieve lezer?

Omdat ik mij de laatste tijd steeds vaker afvraag in wat voor wereld we terechtgekomen zijn.
De onverdraagzaamheid, de korte lontjes en de agressie… Want dit incident staat helaas niet op zichzelf. Ik zie het overal. En als ik eerlijk ben, dan merk ik het ook aan mezelf.
Ik ben zó klaar met alle maatregelen. De tweedeling en vooral ook de eenzaamheid. Het hele leven, dat tot stilstand is gekomen.

Zoals jullie weten woont mijn zoon in een zorginstelling. Tijdens de eerste lockdown ging het huis hermetisch dicht. Hij mocht er niet uit en wij er niet in. Vier maanden lang… Dat was de hel op aarde.
Ik heb me honderden keren afgevraagd waarom wél het personeel en niet de familie en de mantelzorgers naar binnen mochten? Want mentale gezondheid is toch net zo belangrijk? Wat denk je dat eenzaamheid, wanhoop en verdriet aanricht?

En zo bloedt mijn hart ook voor alle oude mensen die eenzaam op hun kamer of in hun huisje zitten. Die ziek zijn en gescheiden van hun grote liefde, waar ze soms al vijftig jaar mee wonen, in een verzorgingstehuis worden opgenomen.

Wat heeft het leven voor hen nog voor zin? En wat vinden ze daar zelf eigenlijk van? Zijn ze ‘blij’ dat we hen beschermen (lees: opsluiten)? Ik vraag me dat oprecht af.

Ik weet nog dat mijn opa ziek was. Hij woonde in het bejaardentehuis. Had zijn hele leven hard gewerkt in de tuinbouw, tig kinderen grootgebracht, eigenhandig een huis en een bedrijf gebouwd. En hij eindigde in één kamer op de tweede verdieping met een bed, een televisie en een kledingkast.

Twee zoons overleden, zijn vrouw overleden na meer dan vijftig jaar samenzijn en toen ook nog zijn laatste steun en toeverlaat: zijn lieve hondje overleden. Ondanks 21 kleinkinderen, die allemaal bij hem langskwamen, verdween zijn levenslust. “Ik wil naar oma,” zei hij tegen mij, toen hij zijn pap weigerde.

Daar stond ik. “Kom Opa, neem nog een hapje,” smeekte ik.
Twee droevige ogen keken mij aan: “Waarom?” vroeg hij.
“Omdat ík niet wil dat u doodgaat,” zei ik zacht.

Toen,
daar,
op dat moment,
maakte ik een keuze en zette het schaaltje pap terug in de keuken.

En nu,
26 jaar later,
denk ik nog steeds dat inlevingsvermogen, begrip en respect de mooiste en belangrijkste dingen zijn, die we nodig hebben in het leven.

In plaats dat we onze zin doordrukken, elkaar onze mening opdringen of elkaar volledig voorbij scheuren, mag het wel wat liever. Met meer oog voor persoonlijke behoeften en verlangens.

Loslaten is ook liefde.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.