Stapje voor stapje wachten

De tafel is gedekt, de taart staat klaar en de cadeautjes zijn ingepakt. Zometeen komen mijn ouders een kopje koffiedrinken. Mijn man komt de woonkamer binnen.

Fris gewassen, met natte haren, in het nieuwe overhemd dat hij vanmorgen vroeg van onze dochter kreeg.

‘Mmm, wat ruik je lekker’, mompel ik in het voorbijgaan. Dan gaat de bel. Het is de Zoov taxi met onze zoon. ‘Hoi, pap’, begroet onze lange slungel zijn vader en hij kijkt lachend op hem neer. ‘Hoi, mam’, zegt hij en plant een kus op mijn wang. ‘Hee, vriend, zeg ik, terwijl ik op mijn tenen ga staan en hem een extra dikke knuffel geef.’

Even later arriveren ook mijn ouders en strijken we met z’n alleen neer aan de eetkamertafel. Ik voorzie iedereen van koffie met gebak en kijk dan mijn zoon aan. ‘Oké, schat. We gaan zingen.’ Zingen is de start van het ritueel. Als je jarig bent, dan wordt er voor je gezongen. En daarna krijg je cadeautjes. Lachend zingt onze zoon nog even door, na ‘Lang zal hij leven.’ De grootste lol heeft hij als hij zijn vader toezingt: ‘Oh, wat zijn we blij, niet omdat hij jarig is, maar om de vreterij.’

‘Jij mag eerst,’ zeg ik en knik. Dat hij eerst mag, weet ook iedereen. Maar dat ik het nog even extra zeg, is heel belangrijk. Die bevestiging vindt hij fijn. Het is zo lekker duidelijk. En daar houdt hij van. Trots pakt hij zijn cadeautje uit zijn tas. Zelf uitgezocht voor zijn vader; handcrème van Rituals.

Er liggen nog twee cadeaus op tafel. Eerst opa en oma dan maar. Ze schuiven het cadeau richting de jarige. Mijn man opent de doos en ziet allerlei pakjes, ingepakt in keukenpapier. Hij pakt de eerste en pakt hem uit. ‘Hee’, roept onze zoon, ‘dat is het servies dat ik graag hebben wil!’ ‘Nee, joh’, reageert mijn moeder, ‘dat kan toch helemaal niet.’ ‘Jawel, oma! Echt waar!’

Mijn man kijkt lachend op en zegt: ‘Ik heb dingen voor mijn verjaardag gevraagd die jij graag hebben wilt.’ ‘Huh? Waarom?’ ‘Omdat jij het dan hebben mag,’ legt mijn man uit.

Ik sta op en maak het uitzonderingsteken: één hand plat en de andere met de handpalm haaks tegen mijn vingertoppen aan. Alsof mijn ene hand de andere letterlijk tegenhoudt en stop zegt.  Stop, dit is een uitzondering.

‘Volgend jaar krijgt papa zijn cadeautjes weer zelf. Maar dit jaar wil hij jou graag helpen met de inrichting van je eigen appartement’, licht ik toe.

We weten sinds kort dat onze zoon een volgende stap gaat maken in zijn uit-huis-woon-traject. En dat hij van een zit-slaapkamer in een woongroep mag verhuizen naar een aanleunwoning in een zorginstelling. Een prachtige nieuwe stap, waar hij reikhalzend naar uitkijkt, maar waar hij veel spullen voor nodig heeft, zoals een koelkast, wasmachine, koffiezetapparaat, bankstel, eettafel, stoelen, servies, kapstok, gordijnen, noem maar op.

Glunderend helpt onze zoon mijn man met het uitpakken van zijn nieuwe servies. ‘Als ik jarig ben, doe ik het ook zo’, zeg ik glimlachend tegen ons kind. ‘Ik denk dat ik misschien wel een koffiezetapparaat voor mijn verjaardag vraag… Zoek jij er maar eens eentje uit, die je mooi vindt’, zeg ik met een knipoog. ‘Ahh’, reageert mijn zoon met het handgebaar. ‘Dat is dan wéér een uitzondering!’

Gelukkig weten we het ruim een jaar van tevoren, zodat we met elkaar kunnen sparen en dingen kunnen verzamelen. ‘Stapje voor stapje wachten’, zegt mijn zoon. ‘Dat kan ik!’

‘Ja, kind’, zeggen wij trots.
‘Dat kun jij!’

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.