Tijgermoeder Anja (47) krakt bijna doormidden

‘Ik schaam me zo’. Anja loopt naast me en friemelt aan haar nagels. Of beter gezegd; aan wat daarvan over is. 
‘Waar schaam je je voor, Anja?’ 
Ik stop mijn handen diep in mijn zakken en probeer haar stevige tempo bij te benen.

‘Voor mijn kind. Voor zijn gedrag. Voor wat mensen denken. Dat ze mij een slechte moeder vinden. En dat vind ik zelf ook. Welke moeder schaamt zich voor haar kind? Straks krijg ik nog een hekel aan hem. Gisteren lag hij gillend op de grond in de supermarkt. Ik was in staat om weg te lopen en nooit meer terug te komen.’

Haar stem breekt, ik kijk opzij en zie de eerste traan verschijnen. Hij rolt met hoge snelheid naar het hoekje van haar lip. Ze likt hem op met het puntje van haar tong.

‘Weet je hoe het komt dat hij daar gillend lag?’

‘Ja, tuurlijk. Hij was doodmoe van de hele dag school. De taxi bracht hem bijna een half uur later thuis dan normaal - weet je wat voor hel dat is, zo’n taxi? Alleen maar ruzie onderweg met al die kinderen. En de chauffeur kan niks doen natuurlijk, want die moet rijden. Dus toen had ie een uur en een kwartier in dat busje gezeten, en toen was de melk ook nog zuur.’

Huh? Ik kijk haar aan en herhaal: ‘De melk was zuur?’

‘Ja. We zouden pannenkoeken eten en de melk was opeens niet goed meer. Heel raar, want het was nog niet over de datum.’

‘En toen?’

‘Toen moest ik nieuwe melk halen. Want ja, ik had beloofd dat we pannenkoeken zouden eten, dus dan kan ik niet met witlof aankomen. Zo balen dat ik dat niet eerder gezien had, dan had ik het kunnen halen voordat hij thuis was. Want nu moest hij ook nog mee naar de supermarkt.’

Heel herkenbaar. Zo’n overprikkeld kind, dat niet alleen thuis kan blijven maar dat eigenlijk niet meer meekan naar de supermarkt. En ja, beloofd is beloofd. Dat verander je zomaar niet.

‘Hij heeft in de supermarkt wel tachtig keer gevraagd: “Mag ik dit? Mag ik dat?” En steeds zei ik: “Nee, leg terug.” Want hij pakt ook alles op, en legt het niet meer terug. Begint steeds discussies. Oh, echt. Ik word er gek van.’

‘En toen ging hij gillend op de grond liggen?’
‘Ja, en ik stond ernaast, pff.’ Anja ademt zwaar uit en snikt.

‘Wat heb je gedaan?’
‘Oh, ik werd zó ongelofelijk kwaad! Ik heb hem omhooggetrokken, heb ook nog een man aan de kant geduwd en ben met kind en melk naar de kassa gerent. Eenmaal thuis heb ik pannenkoeken staan bakken, terwijl ik dacht: zo, jij hebt je zin weer!
Anja en ik bespreken dit voorval tijdens een sessie wandelcoaching. Het is heerlijk om samen in het bos te lopen in plaats van in een kantoor tegenover elkaar te zitten.
We bespreken het stappenplan voor de volgende keer dat zoiets gebeurt: Eerst moet zij zelf diep uitademen om minder boos te worden. Dan benoemt ze wat ze aan haar zoon ziet en zegt dat ze dat begrijpt. Met daarachteraan wat het met haar doet en hoe zij wil dat het verder gaat.

Ik vraag Anja om de situatie in de supermarkt door te nemen, vanaf het moment dat haar zoontje op de grond lag. Maar dan zoals het zou gaan, als zij het stappenplan zou volgen.

‘Dan ligt hij op de grond en dan zeg ik: “Jij ligt op de grond. Jij bent boos want je bent moe en je hebt honger. En daarom wil je snoep.’
‘Ja, ja’, reageer ik, ‘dat is zo.’
Anja heeft de smaak te pakken: ‘Ik snap dat je moe bent. En dat je honger hebt. Ik heb ook honger. Ik wil zo snel mogelijk pannenkoeken bakken. Daarom wil ik snel de melk betalen en terug naar huis. Want dan krijg jij pannenkoek.’
‘Wat heerlijk!’ zeg ik en we schieten samen in de lach.
‘Dit is een heel ander gevoel’, zegt Anja. ‘Nu schaam ik me niet. En ik ben ook niet boos.’
‘Nee, jij wilt gewoon zo snel mogelijk naar huis voor die pannenkoeken!’
‘Jaaa! Klopt.’

Met rode wangen van de wind, komen we terug bij de auto. ‘Bedankt Pauline, ik ga dit oefenen.’
Blij zwaai ik haar uit. Wat fijn dat ze het weer ziet zitten.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.